De dagen worden koeler en dan komen de warme kleren weer uit de kast. Meestal hoort een muts niet direct bij de accessoires waar je het eerst aan denkt, maar je gaat beslist overstag voor dit ‘coole’ exemplaar. Leuke kleuren en een hip design: wat wil je nog meer?
Wat heb je nodig?
Strengels / Granny Square pakket / Bol grijs acrylgaren / Strengels / pomponmaker / Breipennen maat 3 en 3,5 mm / Naaisters centimeter / Naald met groot oog / Schaar / Materialen zijn afkomstig van Boekenvoordeel
Algemeen
Bij de werkbeschrijving is ervan uitgegaan dat je bekend bent met de breitechniek. De gebruikte afkortingen staan voor: re = recht, av = averecht, st = steken. Boordsteek: 2 re, 2 av. Patroon tricotsteek: goede kant: re, verkeerde kant: av. De muts meet 52 à 54 cm in omtrek. De stekenverhouding is: 24 st inbreipatroon met pen 3,5 = 10 cm.
Proeflapje
Brei eerst een proeflapje om er zeker van te zijn dat het eindresultaat de gewenste afmetingen heeft. Hiervoor zet je 34 steken op met pen 3,5. Brei ca. 30 toeren inbreipatroon. Hierbij kun je alvast oefenen met het inbreipatroon. Leg het gebreide lapje plat voor je neer en plaats er een centimeter op. Tel het aantal steken op 10 cm en het aantal toeren op 10 cm. Heb je meer steken geteld? Brei dan met een dikkere breinaald. Heb je minder steken, brei dan met een dunnere breinaald. Het aantal toeren wordt hierdoor ook beïnvloed.
Voorbereiding
Het afgebeelde patroon (werkblad) geeft in de hoogte alle toeren aan. Begin na de boord met het patroon voor het inbreien in de hoek rechts en brei recht. Het rapport gedeelte van het patroon wordt in totaal negen maal herhaald. Ga aan het einde verder na de bovenliggende regel en brei de toer zoals aangegeven in av steken terug. Voordat je begint met breien wikkel je alle kleuren die je uit het Granny Square pakket wilt gebruiken tot een bol. Zoek het begin van de draad van de binnenkant, hou de wikkel los in je hand vast en trek er een stuk uit. Wikkel het tot een bol, trek de draad weer een stuk uit en wikkel de bol verder. Ga zo door tot het eind. Met een bol kun je veel makkelijker breien en je voorkomt knopen in de draad. Leg tijdens het breien de bol van één kleur aan de ene kant naast je, de andere kleur aan de andere kant. Zo voorkom je dat de draden tijdens het breien gaan kruisen. Het is niet altijd nodig om het garen aan het eind van de toer af te knippen. Bij het grijze garen is het bijvoorbeeld mogelijk de draad aan de buitenkant omhoog te halen en dan verder te breien. Het is wel belangrijk om de draad niet te strak te trekken.
Muts
Deze muts is gemaakt uit één gebreide lap. De naad zit middenachter en aan de bovenkant van de muts. Zet 102 st op met breinaald 3. Gebruik voor het opzetten beide naalden zodat de rand niet te strak wordt. Begin daarna met de boordsteek beginnend met 3 re en eindigend met 3 av. Brei 10 toeren boordsteek. Begin vanaf toer 11 met pen 3,5 en het inbreipatroon. Meerder tegelijkertijd 1 st tussen ieder re gebreid stuk plus 1 keer tussen de laatste 2 av st (= 128 st). Ga door met het breien van het patroon en kant in de laatste re toer alle st losjes af. Knip de draad af en haal het door de laatste lus. Laat een lang uiteinde hangen om er later de naad mee te kunnen sluiten. Stop alle uiteinden in en knip het overschot af. Naai de naaldeinden aan elkaar met de matrassteek (werkblad). Leg de naad middenachter en naai de bovenkant met de matrassteek dicht.
Pompons
Maak van twee kleuren draad pompons in de gewenste maat met de pomponmaker. Knoop de pompons aan elkaar voor een voller resultaat en gebruik de lange uiteinden om de pompon aan een punt vast te maken. Herhaal dit in een ander kleursamenstelling voor de tweede pompon.
